woensdag 31 augustus 2016

Nevenschikkend en onderschikkend oefenen

Nevenschikkend en onderschikkend oefenen

Controleer ook of je ziet dat de twee hoofdzinnen op dezelfde manier zijn opgebouwd) 2. Vandaag gaat mijn zoontje niet naar school, want hij voelt zich niet goed. Deze inhoud is intellectueel eigendom van ExtraNederlands. Gebruik door derden is alleen toegestaan ter ondersteuning van (de lessen in) het vak Nederlands in het basis- en voortgezet onderwijs. Oefening Oefening Oefening 3. Je kent de nevenschikkende voegwoorden. Je kunt nevenschikkende zinnen ontleden.


Het is tijd om naar huis te gaan, want het is vijf uur. Hij wil wel naar voetbal, maar hij mag niet van zijn moeder. Het regent, dus ik blijf binnen. Jan en piet gaan met de fiets.


Kenmerken onderschikking 1) Er is een onderschikkend voegwoord (omdat,nadat, aangezien, terwijl, toen) dat de hoofdzin en de rompzin verbindt. Je kan het voegwoord tussen de twee zinnen niet weglaten zonder de woordvolgorde aan te passen. Een onderschikkende voegwoord verbindt een hoofdzin (belangrijkste zin) met een bijzin (minder belangrijke zin). De onderschikkende voegwoorden kun je niet uit je hoofd leren, omdat er heel veel van zijn.


Nevenschikkend en onderschikkend oefenen

Er bestaan enkelvoudige en samengestelde zinnen. Een enkelvoudige zin bestaat uit slechts één hoofdzin, en heeft maar één persoonsvor‘Lisa kijkt naar het journaal. Een samengestelde zin bestaat uit. In het vervolgfilmpje lef ik uit welke soort bijzin. Bij nevenschikking in een samengestelde zin zijn de deelzinnen gelijkwaardig.


De ouders drinken koffie en de kinderen drinken limonade. Om de deelzinnen te verbinden, gebruik je een nevenschikkend voegwoord zoals en , of, maar, want of gewoon een komma. Daardoor was hij wat groggy en kon hij worden opgepakt. De twee overvallers gebruikten geen wapens.


Een van hen leidde een medewerker af, de andere probeerde intussen de kassa leeg te halen. Toen de kassierster begon te roepen, ontstond er wat tumult. Een ladder viel op het hoofd van een van de dieven, daardoor was hij even het noorden kwijt. Deze metselen een hoofdzin en een bijzin aan elkaar. Er zijn zo veel onderschikkende voegwoorden, dat je ze niet uit je hoofd kunt leren.


Je ziet dat of bij beide soorten staat. Of kan een nevenschikkend of onderschikkend voegwoord zijn. Ik wist meteen al dat mijn broek heel lang mooi zou blijven  en  dat mijn jas meteen stuk zou gaan. Benoem de verwijswoorden en geef daarbij het antecedent aan.


Twee woorden: Het liefst luister ik naar pop of house. Dit plantje is van mevrouw De Rond. Zij kreeg het van een leerling. Ik krijg nog geld van hem. De gemeenteraad neemt zijn verantwoordelijkheid voor die beslissing.


Ik moet mijn verstandskiezen laten trekken en dat valt niet mee. Tip 1: Klik op Quizlet: Deze studieset bekijken om de oefening goed te zien. Bij onderschikking worden niet-gelijkwaardige zinnen (bijzinnen en hoofdzinnen) met elkaar verbonden.


De bijzin, die deel uitmaakt van en daarmee ondergeschikt is aan (een deel van) de hoofdzin, wordt ingeleid door een onderschikkend voegwoord. Digitaal Klaslokaal: Maaike Zijm. Maaike nog in Alkmaar woonde, zag ik haar niet vaak.


In samengestelde zinnen staan det onderwerp en de persoonsvorm niet altijd naast elkaar. EX: Nadat JULIE de tekst hebben GELEZEN, GA JE de vragen beantwoorden. Gelijkwaardig betekent dat je de delen onafhankelijk van elkaar kunt gebruiken zonder de woordvolgorde van de zinnen te veranderen.


Nevenschikkend betekent naast elkaar plaatsend. Voorzetsels en voegwoorden verbinden dus allebei twee dingen. Maar wat is dan het verschil? Dat hangt voornamelijk van twee dingen af: als het woord twee gelijkwaardige delen verbindt, dan hebben we het meestal over een voegwoord. Een nevenschikkend voegwoor om precies te zijn.


Meer oefeningen om de argumentatie structuur onder de knie te krijgen. Deze oefeningen hebben mij ook geholpen bij het halen van het tentamen Taal voor recht 4. Hieronder een uitleg van de nevenschikkende argumentatie die vaak als lastig wordt ervaren. Helemaal de vraag of een redenering nevenschikkend of meervoudig is, is soms moeilijk te beantwoorden. Ik zal toelichten waarom dit lastig is ( en waarom dit niet erg is).


De argumenten moeten vooral duidelijk zijn en kloppen. Het standpunt moet aan de hand van de argumenten stevig onderbouwd zijn. Zet de argumenten die je gaat gebruiken in een argumentatieschema, ook wel argumentatiestructuur genoemd.


Een schema geeft een goed overzicht van het betoog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Populaire posts