Als de zin met een pauze vóór het voegwoord wordt gelezen, is er een sterke voorkeur voor zoals. De pauze wordt weergegeven door een komma of gedachtestreepjes. Voor het voegwoord dat is de komma vrijwel altijd overbodig. Voor andere onderschikkende voegwoorden wordt vaak wel een komma gezet, maar niet altijd: vooral na korte hoofdzinnen is ook bij deze voegwoorden geen komma nodig. Wanneer zet je een komma ? In het Nederlands zijn de regels voor het gebruik van de komma vaak onduidelijk, omdat niet iedereen het eens is over wanneer je wel en niet een komma moet zetten.
Toch zijn er een paar dingen die je kunnen helpen om te bepalen of een komma op zijn plaats is of niet. Het belangrijkste uitgangspunt is dat een komma een lezer moet helpen. Wie schrijft, wil immers dat de lezers de tekst begrijpen zoals hij bedoeld is.
Daar hoort ook bij: dat de lezers de pauzes leggen waar de auteur ze ook legt. Plaats dus een komma als er bij het voorlezen (hardop of ‘in je hoofd’) een duidelijke pauze hoorbaar is. Er komt geen komma voor en als je bij het hardop lezen geen pauze voor dit woord inlast. Voorbeelden: Ik heb rode, groene, blauwe en roze stiften.
Ik wil graag een jas kopen, naar nieuwe schoenen kijken en ook nog even naar de bibliotheek. U kunt het beletselteken beter gewoon weglaten of de opsomming niet inleiden met zoals. Meestal komt er geen komma voor de nevenschikkende voegwoorden en en of.
Hij eet graag cornflakes, havermoutpap, boterhammen en spiegeleieren. Agna is op kamp en Osip logeert bij vrienden. Hij is ziek, want hij heeft koorts. Ik kom op je verjaardag, hoewel het een hele reis is.
Je moet bijna altijd een komma zetten voor een voegwoord. De voegwoorden kun je niet allemaal uit je hoofd leren, omdat er heel veel van zijn. Ik zit te dubben over deze zin: Gelukkig waren dat uitzonderingen, meestal kon hij volstaan met vegen zoals (dat) hij in zijn drie jaar durende training geleerd had. Moet er nu wel of geen komma voor zoals ? Moet het driejaardurendetraining zijn, zoals iemand opperde en is dat tweede dat echt nodig? Een verhaal zonder interpunctie is natuurlijk niks dan zouden we ons snel ergeren aan het feit dat je niet weet wanneer een verhaal wel stopt of niet spellingzo gaat daarom uitleg geven deze keer over het gebruik van een komma want deze is onmisbaar in een verhaal moet je momenten hebben van rust.
Héhéé, was dat even vervelend. Voor een voegwoord wordt altijd een komma gezet als het voegwoord twee zinsdelen verbindt. Dit geldt meestal niet voor de voegwoorden dat en en.
Als of nevenschikkend wordt gebruikt, vervalt de komma in verreweg de meeste gevallen ook. Geen komma voor of na that in uitdrukkingen zoals : I believe that… We assure you that… It is a well-known fact that… Gebruik bij voegwoorden een komma als dat de helderheid ten goede komt: Richard spoke persuasively, but then spoiled his argument by making a personal attack on the treasurer. In welke taal je ook schrijft, de regels voor kommagebruik leiden maar al te vaak tot verwarring en zelfs tot heftige discussies, zoals bijvoorbeeld over de vraag of je vóór het laatste onderdeel van een opsomming wel of. Je ziet in opsommingen trouwens ook vaak een komma.
Maar als sommige delen van de opsomming zelf al een komma hebben, is een puntkomma duidelijker. Beletselteken () De puntjes die vaak gebruikt worden om aan te geven dat daar iets is weggelaten, heten het beletselteken. Kanarienvögel sind sehr viel klüger, als man glauben würde. Dit is niet juist, zoals uit het volgende voorbeeld duidelijk wordt. Peter en Hans ontmoetten in de stad Jan en Anna, en Hans vroeg hun mee te gaan naar de film.
Die is het in het Nederlands erg ongebruikelijk. De komma is een belangrijk leestekens en al eeuwenoud. Waar, wanneer en door wie werd dit leesteken geïntroduceerd? Zaterdag gaan we lekker fietsen, zoals we dat vorige week ook deden. De tweede zin is geen goedlopende zin: 1. We dat vorige week ook deden.
In het tweede deel van de zin staan de woorden in de verkeerde volgorde. Er had eigenlijk moeten staan: We deden dat vorige week ook. Het combineren van aanhalingstekens voor directe rede met andere interpunctie zoals komma ’s en punten kent één basisregel: een complete zin in de directe rede bevat alle interpunctie die een ‘gewone’ zin ook zou bevatten (zinnen en 5). Hy wou nie hê dat ek sy werk nasien nie. Mijn vader en moeder, en ook al mijn broers wil ik hartelijk bedanken.
Zie verder de Schrijfwijzer, paragraaf 9. Ach, die leidigen Kommas: Man kommt einfach nicht um sie herum – vor allem nicht in Texten. Komma bei eingeschobenen Hauptsätzen. Aber man will sie ja auch nicht, sagen wir, Gott weiß wohin verstreuen! In mijn spannende roman Savelsbos komen veel metaforen voor , die bij nader inzien te gewoontjes zijn. Zoals meer mensen heb ik de irritante gewoonte om bijna elke bijzin aan te kondigen met het leesteken.
Nergens voor nodig, en je haalt de vaart ermee uit je verhaal. Te lui of te bot, want “van alle leestekens is de komma het interessantste (zowel voor het gebruik als voor de analyse), het subtielste en het gevarieerdste”, zoals Jacques Drillon schrijft in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.