maandag 17 december 2018

Huurcontract niet hoofdverblijfplaats

Het goed krijgt een bestemming als hoofdverblijfplaats en kan niet de plaats van enige openbare verkoop zijn. De taks moet worden betaald indien het goed wordt verhuurd als tweede verblijf. Wanneer het pand verhuurd wordt als hoofdverblijfplaats is de belasting op tweede verblijven niet van toepassing. Je kan de documenten ook gebruiken als basis en zelf verder aanvullen. Download samen met je huurcontract ook steeds een gratis plaatsbeschrijving.


Huurcontract niet hoofdverblijfplaats

Als u een woning wilt huren of verhuren moet u een huurcontract opstellen of ondertekenen. In het huurcontract vindt u de afspraken terug die u met de verhuurder hebt gemaakt met betrekking tot het einde van de huurperiode. Zo weet u wat u voor uw vertrek zeker nog moet nakijken (bv. herstelling van eventuele schade, onderhoud van de centrale verwarming) en of alles in orde is voor teruggave van de huurwaarborg. De Huurder mag niet over de plaatsen beschikken zolang het bewijs van de ondertekening van een geldige en lopende verzekering niet aan de Verhuurder werd overgemaakt.


De Huurder erkent dat de niet -verzekering een ernstige fout uitmaakt die kan leiden tot de verbreking van de huurovereenkomst ten zijner laste. ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN. Modeldocumenten De Vlaamse Huurdersbonden stellen een aantal modeldocumenten ter beschikking. Je kunt deze hieronder gratis downloaden. Lees goed de bijhorende uitleg bij het document, zodat je de juiste brief voor de juiste situatie gebruikt.


Met schriftelijke toestemming van de verhuurder mag de huurder er pas later zijn hoofdverblijfplaats van maken. Dan begint er wel een nieuw huurcontract te lopen. Verandert de huurder de bestemming van de woning – maakt hij er bijvoorbeeld een praktijkruimte van? Dan is het Vlaams Woninghuurdecreet niet meer van toepassing. De verhuurder staat ( niet ) toe dat een deel van het goed (hoe dan ook beperkt: maximum … ) wordt aangewend voor de uitoefening van een beroepsactiviteit door de huurder.


Hier is een afzonderlijk schriftelijk akkoord van de verhuurder vereist. In laatste geval zullen alle partijen de wettelijke regels op de bescherming van de hoofdverblijfplaats dienen na te leven. De huurder, die zijn hoofdverblijfplaats in het gehuurde goed heeft, kan het goed niet geheel onderverhuren. Het Wetboek op de Registratierechten heeft de registratie van elk huurcontract in België verplicht gemaakt, zelfs dat voor onderverhuring. De regels inzake termijnen, kosten of aansprakelijkheid tussen verhuurder en huurder verschillen naar gelang het gaat om een woning die al dan niet uitsluitend is bestemd als hoofdverblijfplaats.


De wetgeving voor het verhuren van een woning is afhankelijk van de hoedanigheid van je huurder. Is het hun hoofdverblijfplaats of niet ? Bij de (ver)huur van een huis of een appartement als het voor de huurder om zijn hoofdverblijfplaats gaat. Met een paar kleine aanpassingen kunnen deze overeenkomst ook worden gebruikt voor een woning die niet de hoofdverblijfplaats vormt van de huurder maar die wel alleen voor privédoeleinden wordt gebruikt.


Het is niet onwettig maar als je specifiek in het huurcontract zou opnemen dat de huurder geen hoofdverblijfplaats neemt, dan zal de overeenkomst onder het algemeen huurrecht vallen in plaats van onder de woninghuurwet. Dat maakt een verschil in de spelregels van het contract. Het is verplicht een schriftelijk huurcontract op te stellen voor een woning die dient als hoofdverblijfplaats (een huis, een appartement, maar niet een studentenkamer, een tweede verblijf).


Wanneer een woning niet verhuurd wordt als hoofdverblijfplaats zijn niet de regels van de woninghuurwet van toepassing maar de regels van een zogenaamde “huur van gemeen recht”. De huurovereenkomst van “gemeen recht” van onbepaalde duur kan worden opgezegd met een opzegtermijn van één maand. De bepaling dat een woning niet dient als hoofdverblijfplaats kan je best expliciet opnemen in de huurovereenkomst.


Huurwetgeving en huurcontract. Om als huurder te kunnen genieten van de bescherming van de woninghuurwet, moet de woning die je huurt als hoofdverblijfplaats dienen. Is dit niet het geval, en huur je de woning bijvoorbeeld als tweede verblijf, dan is het Vlaams Woninghuurdecreet niet van toepassing.


Huurcontract niet hoofdverblijfplaats

Dergelijke huurovereenkomst zal dan vallen onder het gemeen huurrecht. Wat gebeurt er als de bestemming als hoofdverblijfplaats eindigt? Wat zijn de specifieke regels voor onderverhuring als het gaat om hooaps? Dan kan de huurder het opzeggen zonder opzeggingstermijn of -vergoeding.


Let op: een niet -geregistreerd huurcontract heeft voor huurder en verhuurder exact dezelfde waarde als een geregistreerd huurcontract. Onteigening In geval van onteigening is de verhuurder verplicht om de huurder hiervan onmiddellijk op de hoogte te bren-gen. Het is dus niet noodzakelijkerwijs de plaats waar het in de bevolkingsregisters is ingeschreven. De woninghuurovereenkomst hoofdverblijfplaats is meer wettelijk geregeld en is daarom minder flexibel, met name wat betreft de duur en de voorwaarden voor de beëindiging ervan, dan een huurovereenkomst voor een tweede woning. De huurwaarborg kan door de huurder niet worden aangewend tot betaling van één of meerdere maanden huurprijs of lasten.


De huurder mag niet over het pand beschikken zolang de huurwaarborg niet gevestigd is, tenzij de verhuurder hiertoe zijn akkoord geeft. Vele regels in de huurwet zijn echter niet -bindend. Wanneer kan een verhuurd goed als hoofdverblijfplaats worden gezien? Het huurcontract kan dan ook clausules bevatten die afwijken van het wetboek. Om als hoofdverblijfplaats te kunnen doorgaan, moet de huurder effectief voornamelijk in het verhuurde goed wonen.


Geen bestemming tot hoofdverblijf in het huurcontract ? Als een huurcontract de bepaling bevat dat ‘het gehuurde goed niet tot hoofdverblijfplaats van de huurder mag dienen’ dan is dat maar geldig op twee voorwaarden: in de huurovereenkomst wordt uitdrukkelijk en ernstig gemotiveerd waarom de woning niet tot hoofdverblijf mag dienen. De hoofdverblijfplaats is de plaats waar een gezin of een alleenstaande gewoonlijk leeft. BELANGRIJK: de verhuurder kan niet meer afwijken van de wet in het huurcontract (door daarin de verplichting tot registratie toch bij de huurder te leggen).


De verplichting werd ook opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, maar hier slaat ze enkel op de huurovereenkomsten die onder de Woninghuurwet vallen ( hoofdverblijfplaats ). De normale huurwaarborg, op een geïndividualiseerde bankrekening op naam van de huurder, mag NIET meer bedragen dan twee maanden huur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Populaire posts